DNB publiceert nieuwe Q&A over operationele reserve bij invaren
In een recent gepubliceerd Q&A gaat DNB in op de vraag onder welke voorwaarden een pensioenfonds een operationele reserve mag vormen bij toepassing van de omrekenmethoden in het kader van invaren en de Wtp-transitie. De operationele reserve moet worden onderscheiden van voorzieningen voor verplichtingen, zoals een kostenvoorziening, als bedoeld in artikel 2:374 BW. De operationele reserve wordt bij invaren gevormd in aanvulling op het Minimaal Vereist Eigen Vermogen. Samengevat moet aan de volgende vijf voorwaarden worden voldaan voor het vormen van een operationele reserve:
- De doelen voor de operationele reserve moeten vooraf worden bepaald door het pensioenfonds;
- De vorming en omvang van de operationele reserve moet adequaat worden onderbouwd;
- De onderbouwing van de omvang van de operationele reserve is gebaseerd op de vastgestelde doelen voor de operationele reserve, waarbij rekening wordt gehouden met de risico’s die zich kunnen voordoen waarvoor de reserve wordt gevormd, de kosten als het risico zich eventueel voordoet en de eventuele risicobeheersmaatregelen van het pensioenfonds om de kosten te beperken;
- Bij de vaststelling van de doelen van de operationele reserve wordt ook bepaald hoe gehandeld wordt als het doel waarvoor de operationele reserve wordt gevormd (deels) niet meer bestaat;
- De keuzes inclusief onderbouwing ten aanzien van de operationele reserve dienen vastgelegd te worden in het implementatieplan, de transitiebesluitvorming en het beleid met betrekking tot de operationele reserve in de ABTN.
Bron: DNB, 25 april 2024.
Publicatiedatum: 30-04-2024
Tags: Actueel