Gerechtshof ’s-Hertogenbosch: geen zekere ondergrens bij ontbreken hoofdzaakcriterium in verplichtstelling

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch oordeelde dat een groothandel in promotieartikelen en relatiegeschenken onder de verplichtstelling van Bpf Mitt valt, ook al haalt het bedrijf minder dan 10% van de omzet uit het bedrukken van textiel. Hoewel de omzet uit deze activiteit marginaal is, betreft het wel een structureel deel van de omzet volgens het Hof. Het Hof gaat daarbij niet over tot het zelf stellen van een ondergrens.

In twee eerdere zaken stelde de rechter wel een ondergrens. Vorig jaar oordeelde de kantonrechter in Den Haag dat een groothandel in sportprijzen niet onder de verplichtstelling van Bpf Mitt viel omdat zij minder dan 5% van de omzet haalden uit het bedrukken van t-shirts. Dat was volgens de kantonrechter te gering én er was sprake van een ‘bijproduct’. Tegen deze uitspraak heeft Bpf Mitt beroep ingesteld. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde onlangs dat het naaien van bedrijfslogo’s op werkkleding voor een groothandel in schoonmaakartikelen zo’n geringe activiteit was, dat Bpf Mitt zich niet op de verplichtstelling kon beroepen.

Bron: Rechtspraak.nl, 7 augustus 2024.