Interdepartementaal beleidsonderzoek pensioenopbouw naar Tweede Kamer

Op 27 juni 2024 heeft demissionair minister Schouten het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) ‘Pensioenopbouw in balans’ aan de Tweede Kamer gezonden. Het onderzoek, uitgevoerd door ambtenaren van verschillende ministeries, heeft als doel te onderzoeken of de pensioenopbouw ‘in balans’ is en zo niet in kaart te brengen wat de gevolgen daarvan zijn en wat de concrete beleidsopties zijn om dit aan te pakken.

Belangrijke conclusie is dat het huidige pensioenstelsel effectief is in het voorkomen van armoede en het behouden van de levensstandaard na pensionering. Wel is sprake van een ongelijk speelveld tussen verschillende groepen werkenden, die elk op een verschillende manier voor hun pensioen sparen. Vooral de fiscale facilitering leidt tot (een risico op) overstimulering van het pensioensparen voor groepen die al relatief veel pensioen hebben.

Gezien de effectiviteit van het huidige pensioenstelsel is in het IBO het advies opgenomen om geen ingrijpende wijzigingen in het pensioenstelsel aan te brengen. Wel worden een aantal aanbevelingen gedaan:

  • Neem maatregelen op verschillende beleidsterreinen die direct en indirect kunnen bijdragen aan verbetering van de pensioenopbouw voor specifieke groepen.
  • Monitor de pensioenopbouw van bepaalde groepen nauwlettend.
  • Zorg voor een betere aansluiting van het overheidsbeleid op de belevingswereld van burgers en beleidsmakers.
  • Vereenvoudig het pensioenstelsel en beperk het aantal regelingen voor groepen die relatief veel pensioen opbouwen. Concreet wordt voorgesteld om het nettopensioen en de nettolijfrente af te schaffen.
  • Start met een betere informatievoorziening over pensioen door het inzichtelijk maken van de werkgeversbijdrage op de loonstrook en het informeren van ondernemers over het pensioen via de Kamer van Koophandel.

Vanwege de demissionaire status van het kabinet wordt het aan het nieuwe kabinet overgelaten om een reactie op het IBO ‘Pensioenopbouw in balans’ te geven.

Bron: Rijksoverheid.nl, 27 juni 2024.