Levensverwachting stijgt minder hard dan verwacht, maar AOW-leeftijd blijft gelijk

Het CBS verwacht dat de levensverwachting van 65-jarigen in 2030 20,96 jaar zal zijn. Dit is lager dan de vorige prognose, toen de verwachting op 21,00 jaar werd gesteld. Bij het bepalen van de levensverwachting is gekeken naar ontwikkelingen in het verleden en hoe die afwijkt van toekomstige verwachtingen. Sinds de coronapandemie was er een toename van sterfte, waardoor de levensverwachting daalde. Sinds 2022 is er sprake van een herstel van de levensverwachting, maar deze blijkt langzamer te gaan dan verwacht. Deze prognose wordt gebruikt voor de vaststelling van de AOW-leeftijd.

Minister Van Hijum van SZW heeft de Tweede Kamer op 8 november geïnformeerd over de vaststelling van de AOW-leeftijd 2030 en pensioenrichtleeftijd 2026. De AOW-leeftijd was voor 2028 en 2029 vastgesteld op 67 jaar en 3 maanden en zal in 2030 gelijk blijven. De minister geeft aan dat de levensverwachting minder hard stijgt dan verwacht, maar dat de systematiek voor het vaststellen van de AOW-leeftijd bepaalt dat de AOW-leeftijd niet daalt om iedereen tijdig zekerheid te bieden en een jojo-effect te voorkomen.

Bron: ÇBS en Rijksoverheid, 8 november 2024