Onduidelijke bepaling werkingssfeer blijft zorgen voor problemen
Nog altijd is er onduidelijkheid over de werkingssfeer van verschillende fondsen. Eind augustus deed de Hoge Raad uitspraak in een procedure tegen Bpf Bouw. Getwist werd over de vraag of een onduidelijke werkingssfeerbepaling ertoe kan leiden dat een onderneming om die reden niet onder de werkingssfeerbepaling valt. Het gerechtshof Amsterdam had eerder geoordeeld dat een onduidelijke werkingssfeerbepaling met zich meebrengt dat niet kon worden geoordeeld dat de bedrijfsactiviteiten onder de werkingssfeerbepaling van de bouwregelingen valt.
Het arrest van het hof werd echter door de Hoge Raad vernietigd. Het hof had volgens de Hoge Raad de juiste uitleg van de werkingssfeerbepaling niet in het midden mogen laten, maar aan de hand van uitleg van die bepaling moeten oordelen of de klager al dan niet onder de bouwregelingen valt. Het hof heeft terecht vooropgesteld dat de werkingssfeerbepaling in de bouwregelingen moeten worden uitgelegd naar objectieve maatstaven, aan de hand van de zogenoemde cao-norm. Het heeft evenwel miskend dat deze uitleg ook moet plaatsvinden als de bewoordingen waarmee de werkingssfeer is omschreven onduidelijk zijn. De rechter kan niet volstaan met de constatering dat de tekst onvoldoende duidelijk is, en op alleen die grond oordelen dat bepaalde bedrijfsactiviteiten niet onder de werkingssfeerbepaling vallen.
Bron: Rechtspraak.nl, 30 augustus 2024
Publicatiedatum: 10-09-2024
Tags: Actueel