16/5/2023
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft op 14 april 2023 een advies gegeven in een situatie waarin een werkgever een uitvoeringsovereenkomst heeft beëindigd en de gepensioneerde achter is gebleven in de oude eindloonregeling. Door de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst vond geen vulling meer plaats van de bestemmingsreserve (depot) ter financiering van indexaties, met als gevolg dat de indexatie van het pensioen van de betrokken gepensioneerde niet langer vanuit het depot kon worden gefinancierd. De gepensioneerde vorderde compensatie van de werkgever teneinde de financiering van de indexaties weer mogelijk te maken. Het Hof stelde de gepensioneerde in het gelijk.
De Procureur-Generaal concludeert nu tot vernietiging van het arrest van het Hof. De Procureur-Generaal oordeelt onder meer dat de werkgever niet in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid. Van belang daarbij is dat het mogelijk is om in de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en uitvoerder aanvullende verplichtingen op te nemen over indexatie, maar dat altijd bepalend blijft wat in een pensioenovereenkomst is opgenomen. De aanvullende verplichtingen in een uitvoeringsovereenkomst leveren geen rechten op voor de deelnemer. Uit de pensioenovereenkomst bleek dat het recht op indexatie van het pensioen van de gepensioneerde voorwaardelijk is, afhankelijk van de winstdeling en de kwantumkorting die weer afhankelijk is van de daadwerkelijk behaalde winst respectievelijk de omvang van de premieafdracht. Beiden kunnen fluctueren. Uit de pensioenovereenkomst blijkt niet dat de werkgever gehouden is het depot aan te vullen als de winstdeling en kwantumkorting wegvallen.
Bron: Rechtspraak.nl, 9 mei 2023.