Beantwoording Kamervragen over ontwikkeling levensverwachting en AOW-leeftijd

Demissionair minister Schouten heeft Kamervragen van lid Van Kent (SP) beantwoord over de verhoging van de AOW-leeftijd in relatie tot de ontwikkeling van de levensverwachting. Zij laat onder meer weten dat de verhoging van de AOW-leeftijd met drie maanden per 2028 reeds eind 2022 is vastgesteld op basis van de toenmalige CBS-prognosecijfers over de (stijging van de) levensverwachting. In 2023 is de CBS-prognose van de levensverwachting neerwaarts bijgesteld. Ook op basis van deze nieuwste CBS-prognose blijft de levensverwachting stijgen, maar de stijging gaat langzamer dan verwacht als gevolg van oversterfte door corona. De AOW-leeftijd voor 2029 blijft dan ook ongewijzigd ten opzichte van 2028.

Indien de nieuwste prognose van de levensverwachting ook in 2022 al van toepassing zou zijn geweest, zou de AOW-leeftijd in 2028 en 2029 niet zijn verhoogd. Op basis van de huidige systematiek kan de AOW-leeftijd echter niet meer naar beneden worden bijgesteld. Voor een eenmalige verlaging van de AOW-leeftijd voor 2028 en 2029 is een wetswijziging nodig. Gezien de grote impact van een dergelijke wetswijziging ligt het volgens de demissionair minister niet voor de hand dat het demissionair kabinet daar een besluit over neemt.

Bron: Rijksoverheid, 6 maart 2024.