Bij RPO van vóór 1 juli 2023 kan relatieve risicoaversie ontbreken

Voor pensioenuitvoerders die vóór 1 juli 2023 een risicopreferentieonderzoek (RPO) hebben uitgevoerd kan de mate van relatieve risicoaversie ontbreken, omdat de wet- en regelgeving rondom de Wet toekomst pensioenen ten tijde van het uitvoeren van het RPO nog niet (definitief) bekend was. De AFM staat onder voorwaarden toe dat de relatieve risicoaversie in die gevallen niet alsnog berekend hoeft te worden. De voorwaarden zijn:

  • Het resultaat van het eerdere RPO is bruikbaar voor het vaststellen van de risicohouding;
  • Er zijn geen aanwijzingen dat de enquête onder deelnemers een te beperkt bereik had;
  • Er zijn geen andere aanwijzingen dat de effectiviteit van de enquête in hoge mate beperkt is.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, verwacht de AFM dat het achteraf berekenen van de mate van relatieve risicoaversie slechts in beperkte mate tot nieuwe inzichten of een ander beleggingsbeleid zal leiden. Dit weegt dan niet op tegen de extra inspanningen en kosten.

Bron: AFM, 17 oktober 2023.