Hoge Raad: wettelijke verplichting voor pensioenfondsen om buffervermogen aan te houden niet in strijd met IORP II

In een zaak tussen de Staat der Nederlanden enerzijds en Stichting Pensioenbehoud en Katholieke Bond van Ouderen in Noord-Brabant (KBO-Brabant) anderzijds staat de vraag centraal of de in artikel 131 (m.b.t. MVEV) en/of artikel 132 (m.b.t. VEV) Pensioenwet opgenomen verplichting voor pensioenfondsen om een deel van het eigen vermogen aan te houden als buffer in strijd is met de IORP II-richtlijn en dus buiten toepassing moet blijven. De Staat meent van niet. Stichting Pensioenbehoud en KBO-Brabant menen van wel en willen met hun vordering jegens de Staat bewerkstelligen dat pensioenfondsen het aangehouden buffervermogen kunnen aanwenden voor het indexeren van de pensioenen.

In navolging van rechtbank Den Haag, Hof Den Haag en de conclusie van Advocaat-Generaal Drijber concludeert ook de Hoge Raad dat genoemde bepalingen in de Pensioenwet geen strijd opleveren met de IORP II-richtlijn. De Hoge Raad acht het niet nodig om hierover prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.   

Bron: Rechtspraak.nl, 9 februari 2024.