Overeenstemming over nieuwe Europese verordening voor ESG-ratings

In het Europees Parlement is recent een akkoord bereikt over een nieuwe verordening voor ESG-ratings. Die schrijft voor dat ESG-beoordelaars in beginsel onderscheid moeten gaan maken tussen beoordelingen op de factoren Environment (E), Social (S) en Governance (G). Indien ESG-beoordelaars willen vasthouden aan één overall ESG-rating, moeten zij duidelijk aangeven hoe zwaar de componenten E, S en G meewegen. Met deze nieuwe Europese regelgeving moet duidelijker worden hoe de ESG-ratings tot stand komen.

ESG-beoordelaars worden op basis van de nieuwe verordening niet verplicht om de impact van de bedrijfsactiviteiten op het milieu en de samenleving mee te nemen in hun beoordelingen, al wordt dit wel aanbevolen. In onze blog “Dubbele materialiteit: – maak duidelijk onderscheid tussen financiële en impact materialiteit” van medio februari 2024 hebben wij aandacht besteed aan het onderscheid tussen financiële materialiteit en impact materialiteit.   

ESG-beoordelaars worden wel verplicht om aan te geven of hun ratings rekening houden met de vraag of het beleid van het bedrijf in overeenstemming is met:

  • voor de factor E: de afspraken uit het Parijsakkoord;
  • voor de factor S: het erkennen van vakbonden en het respecteren van arbeidsrechten;
  • voor de factor G: internationale standaarden om belastingontwijking tegen te gaan.

Bron: PensioenPro, 26 februari 2024.