Welke keuzes heeft uw werknemer bij pensioeningang?

Een pensioenregeling is, na het salaris, een arbeidsvoorwaarde waar een werkgever vaak het meeste geld aan uitgeeft. Dan zou het toch vreemd zijn als een werkgever op het moment dat een werknemer met pensioen gaat, deze werknemer aan zijn/haar lot overlaat. Werknemers veranderen steeds vaker van werkgever en hebben dan vaak op de pensioendatum ook verschillende pensioenpotjes. Daarnaast hebben steeds meer werkgevers een beschikbare premieregeling. In een beschikbare premieregeling wordt met de jaarlijkse premie-inleg + het behaalde rendement een kapitaal opgebouwd. Dit kapitaal moet op de pensioendatum worden omgezet in een levenslange pensioenuitkering, waarbij een werknemer verschillende keuzes moet maken.

‍Bijvoorbeeld:

  • Wanneer start de uitkering? De eerste keuze voor een werknemer is het moment om de uitkering in te laten gaan. De uitkering eerder in laten gaan kan mooi zijn omdat je dan al eerder met pensioen kunt gaan. Maar daar kunnen nadelen aan zitten als bijvoorbeeld je AOW nog niet is ingegaan.
  • Vaste of variabele uitkering? Als een werknemer kiest voor een vaste uitkering wordt het gespaarde kapitaal tegen de dan geldende marktrente omgezet in een levenslange pensioenuitkering. Echter, omdat de marktrente op dit moment historisch laag is, is het wellicht interessanter om te kiezen voor een variabele uitkering. Dan wordt ook nadat de uitkering is ingegaan belegd en blijft er een mogelijkheid op beleggingsrendement. Uiteraard kan dat beide kanten op gaan. Over het algemeen is in het begin het bedrag bij een variabele uitkering hoger omdat er een hoger risico aan verbonden is.
  • Een uitkering op 1 leven of 2 levens? Met een uitkering op 1 leven stopt de uitkering bij overlijden van de verzekerde. De uitkering zal wel hoger zijn dan wanneer er gekozen wordt voor een uitkering op 2 levens. Bij een uitkering op 2 levens gaat de uitkering voor bijvoorbeeld 70% over op de partner.
  • Hoog/laag of laag/hoog constructie of indexatie? Een werknemer heeft de mogelijkheid een aantal jaren nadat de uitkering start een hoger bedrag te ontvangen en daarna de rest van zijn leven een lagere uitkering. Of andersom. Steeds meer werknemers kiezen voor een hoog/laag constructie, omdat ze net na hun pensionering vaak nog meer behoeftes hebben dan op latere leeftijd en hun uitkering daarop willen aanpassen. Het is ook mogelijk te kiezen voor een uitkering die jaarlijks stijgt door indexatie. Dan zal de uitkering in het begin lager zijn maar jaarlijks verhoogd worden.
  • Uitkering ineens? Vanaf 2023 is het mogelijk om van het gespaarde kapitaal op de pensioendatum 10% in één keer op te nemen. Uiteraard leidt dit tot lagere uitkering. Het voordeel is wel dat een werknemer een bepaald bedrag vrij kan opnemen en naar eigen inzicht kan besteden.
  • Shoppen. En last but not least mag een werknemer met het opgebouwde kapitaal op de pensioendatum gaan shoppen. Shoppen betekent dat de werknemer bij een andere verzekeraar een pensioenuitkering kan inkopen dan waar het pensioen is opgebouwd. De deelnemer heeft dat recht. Met shoppen kan een hogere pensioenuitkering worden bereikt.

Kortom, een werknemer heeft flink wat keuzes op de pensioendatum. Een goede begeleiding is hierbij essentieel en levert een beter pensioen voor werknemers! Steeds meer werkgevers zien het nut van een goed advies in en nemen hun verantwoordelijkheid in het kader van goed werkgeverschap. Wij maken steeds meer afspraken met werkgevers voor de begeleiding bij pensioeningang. Zo krijgen werknemers op het moment dat ze met pensioen gaan een gesprek aangeboden met een financieel adviseur van Montae & Partners. Deze adviseur neemt de werknemer mee in alle relevante keuzes op de pensioendatum.