Witte vlek (werknemers zonder pensioenopbouw) daalt gestaag

Eind 2022 bouwden 766.000 werknemers geen pensioenaanspraken op ten opzichte van 936.000 in 2019. Tegelijkertijd waren er ook 4,3% méér mensen die werkten dan in 2019. Dit betekent dat de witte vlek de afgelopen jaren is afgenomen met 2%-punt van het aantal werknemers en 18,1% van de witte vlek. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

Bij de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is afgesproken het aantal werknemers in de witte vlek fors te verkleinen. Hierbij hebben sociale partners, verenigd in de Stichting van de Arbeid (StvdA), een belangrijke rol. De StvdA richt zich sinds 2020 met haar Aanvalsplan witte vlek op drie groepen:

  1. Werkgevers die (nog) geen pensioenregeling aanbieden (en dat niet hoeven) – ongebonden werkgevers;
  2. Werkgevers die (nog) geen pensioenregeling aanbieden en dat wel zouden moeten omdat ze onder een verplichtstelling vallen – gebonden werkgevers;
  3. Kennis bij werknemers middels de pensioen3daagse en maatregelen als verplichte pensioenopbouw bij partijen waaraan de overheid aanbesteedt (dit laatste wordt onderzocht door de minister)

De StvdA constateert dat cao-partijen op de goede weg zijn om de witte vlek te verkleinen. Bij de Wtp is afgesproken dat de witte vlek uiterlijk per 2027 gehalveerd moet zijn. Het kabinet heeft aangekondigd met aanvullende maatregelen te komen indien blijkt dat deze doelstelling niet gehaald wordt.

Bron: Stichting van de Arbeid, 21 februari 2024.